Gemaal De Lynden –  Een modern gemaal in een historisch jasje

► Alle feiten voor u op een rijtje

Het gemaal Lynden is een rijksmonument. Het behoort tot de drie gemalen die de Haarlemmermeer droog gepompt hebben.Het werd in 1849 in werking gesteld voor de droogmaking van het Haarlemmermeer en is, ondanks zijn respectabele leeftijd,nog steeds actief in de waterbeheersing van de Haarlemmermeerpolder. Het is zelfs het belangrijkste gemaal in “de strijd tegen het water”. Het gemaal Lynden werkte tijdens de droogmaking volgens hetzelfde beginsel als het gemaal Leeghwater, dat begonnen was met de status van proefstoomgemaal. Een in het oog lopend verschil was het aantal pompen, Lynden en Cruquius hadden er elk 8, terwijl Leeghwater er 11 had. Het stoomvermogen van de   drie gemalen was even groot: 350 pk. Het Haarlemmermeer viel na 39  maanden malen in 1852 droog. De stoomgemalen bleken in staat tot het droogmalen van het meer, maar niet tot het droog houden van het gewonnen grondgebied. Dit vond zijn oorzaak vooral in de onvoldoende waterberging en de zuinige aanleg van de polder. Moderne stoommachines,centrifugaal pompen in beweging brengend, namen die taak later met betere resultaten over. Weer later werden ook deze weer vervangen door diesel- en elektromotoren.De huidige functie van het gemaal is het pompen van overtollig water uit de Hoofdvaart, de slagader van de Haarlemmermeerpolder, en het lozen van dit water ophet boezemwater, de Ringvaart. Eenmaal in de Ringvaart wordt het water via het Noordzeekanaal afgevoerd naar zee. Het gemaal beschikt anno 2000 over twee centrifugaalpompen. Eén van de pompen wordt aangedreven door een dieselmotor van 800 pk., de andere door een elektromotor met een vermogen van 630 KW. De motoren hebben ieder afzonderlijk een gemiddeldecapaciteit van +/- 425 m3/minuut. De waterstand aan de polderzijde van het gemaal is circa -6 meter NAP en de waterstand van de Ringvaart circa -0,60 meter NAP. Dat betekent een opvoerhoogte van het polderwater van ruim 5 meter. In het onderstaande overzicht is een beknopte schets gegeven van de in de afgelopen jaren opgetreden in het oog lopende wijzigingen in het uiterlijk en innerlijk van het gemaal Lynden, alsmede van de modernisering van de bemaling van de Haarlemmermeerpolder. Niet alle klein onderhoud en reparaties zijn genoemd, dat zou te ver voeren. Verder wordt in dit overzicht ook enige aandacht geschonken aan andere historische feiten die rechtstreeks of indirect te maken hebben met het gemaal Lynden.

1836   Na twee eeuwen plannenmakerij wordt uiteindelijk definitief besloten tot droogmaking van het Haarlemmermeer met behulp van stoombemaling.

1840-1845   De Ringvaart en de Ringdijk worden aangelegd. Nu kan het ingesloten meer drooggemaakt worden.

1845  Proefstomen gemaal Leeghwater. Baron van Lynden van Hemmen, de naamgever van het gemaal Lynden, zal de droogmaking van het Haarlemmermeer niet meer meemaken, hij komt op 86- jarige leeftijd op 18 april te overlijden.

1847  Eerste steen legging voor de gemalen Cruquius en Lynden.

1848, 7 juni
Het meer is afgesloten van Rijnlands boezem.
Start bemaling Haarlemmermeer door gemaal Leeghwater.

1848, december
De bouw van gemaal Lynden is gereed. De bouwkosten bedroegen f 542.239,00. De sterk gestegen metaalprijzen maakten de bouw van zowel Lynden als Cruquius veel duurder. De leverancier van het eigenlijke stoomwerktuig en de pompen van de Lynden was de Engelse fabriek Fox en Co. en de leverancier van de overige delen van de stoomwerktuigen en de balansen en de ketels waren evenals bij de Leeghwater de Hollandse fabrikanten Paul van Vlissingen en Dudok van Heel te Amsterdam. Zes stoomketels van ieder 9 meter lengte zorgden voor de energie ten koste van grote hoeveelheden kolen. Het gemaal Lynden werd volgens hetzelfde bouwkundige ontwerp van Ir. J.A. Beijerinck gebouwd als het gemaal Cruquius. De stijl is vroeg neogotisch. De aannemer was de firma De Laat uit Dordrecht. De Lynden werd gebouwd ongeveer 300 meter ten oosten van het Lutkemeer onder Sloten. Het gemaal kreeg op basis van de ervaringen met Leeghwater geen 11 maar slechts 8 pompen. Bijkomend voordeel hiervan was dat deze aanpassing de machine minder topzwaar maakte en er meer werkruimte kwam wat de veiligheid van de werknemers vergrootte.

1849  De gemalen Lynden en Cruquius worden in werking gesteld. Lynden wordt vernoemd naar Frederik Godard Baron van Lynden van Hemmen, een telg uit een adellijke familie, wiens in 1821 gepubliceerde boek “Verhandeling over de droogmaking van het Haarlemmermeer”, ondanks de tegenwerpingen van zijn tijdgenoten, en na vele verbeteringen en aanvullingen, uiteindelijk het uitgangspunt werd voor het uitgevoerde droogmakingplan.

1852 Het Haarlemmermeer valt droog.

1853 Start verkoop drooggemaakte gronden (tot en met 20 juli 1855).

1855  Dreiging van een doorbraak van de dijk bij het gemaal Lynden. Er ontstond een waterstroom aan het westelijk einde van de waterkerende muur. De Hoofdvaart werd afgedamd en een kistdam in de Ringvaart gemaakt. Bij onderzoek bleek dat het metselwerk van het ketelgebouw ten opzichte van de toren was gescheurd, waardoor het water via de zuigbuis voor ketelwatervoeding de polder weer binnenstroomde. Ook later zouden verzakkingen en scheuren nog regelmatig optreden.

1856, 31 maart
Aanbesteding van herstellingen en vernieuwingen aan het stoompompgebouw tot wegneming van de achter- en onderloopsheid van het gebouw.

1860  Al in dit jaar maakt men plannen voor de vergroting van de capaciteit van de gemalen van de Haarlemmermeerpolder. De voorgestelde bemalingwerktuigen waren plunjerpompen, die nog nooit eerder voor bemaling waren toegepast en weliswaar geschikt bleken voor het droogmaken, maar niet voor het droog houden van de polder.

1862 Wijziging van de fundering van de noordwestelijke waterloop.

1878  Na 30 jaar trouwe dienst besloot het polderbestuur de stoomketels te vervangen. In plaats van 6 kwamen er 4 ketels die samen meer capaciteit hadden dan de 6 oude en ook nog 5% brandstofbesparing gaven. In plaats van 3,5 atmosfeer konden de nieuwe ketels 4,5 atmosfeer stoomdruk opbouwen.

1879, 8 september
Op deze dag kan met het proefstoken met de nieuwe ketels begonnen worden.

1891/1892  Vanwege hoge kosten van onderhoud en het grote kolenverbruik werd besloten tot de reconstructie van het gemaal Lynden. Bij de keuze van de toe te passen pompen waren er twee opties: Worthingtonpompen en de al genoemde centrifugaalpompen. De eerste optie had als pluspunt het zuinige verbruik van energie, terwijl de tweede als belangrijk voordeel de bijzonder geringe ruimte die ze innamen had en ook de geringe aanlegkosten van de pompen. De centrifugaalpompen bleken een goede investering. De nieuwe pompen hadden maar 57 % van de brandstof nodig ten opzichte van de oude pompen en zij hadden ook een grotere wateropbrengst dan de 8 oude pompen. In dit jaar werden, vanwege de plaatsing van 2 centrifugaalpompen, de zogenaamde vleugels aan het gemaal gebouwd. Vanaf 1892 verschilde Lynden, na het verdwijnen van de armen, definitief van het gemaal Cruquius.

1897 en 1904   De assen van de goed functionerende pompen bleken her zwakke punt te zijn. In 1897 brak de eerste en in 1904 de tweede as. De vernieuwde as van de eerste pomp bleek in dat jaar al weer onbetrouwbaar.

1901    In verband met door verzakkingen ontstane scheuren moeten ankers worden aangebracht.

1917/1919  Ondanks het negatieve advies van de ingenieur van de polder Bijl besluit het bestuur van de polder tot elektrificatie van 1 van de 2 pompen. De PEN leverde een tweedehands hoogspanningsdraaistroommotor en diverse andere benodigdheden, zoals een aanloopmotor, elektrische hulpmagneten enz. De westelijke vleugel van het gemaal werd verbouwd. Daarnaast was de bouw van een laagspanningsgebouw noodzakelijk. Voordeel van de elektromotor was dat het bemalingbedrijf zodra nodig onmiddellijk ingezet kon worden. Bij de stoommachine was dat niet zo, daarmee kostte het uren van voorbereidingen alvorens men daadwerkelijk kon gaan malen. De elektromotor was afkomstig uit de Eerste Elektriciteitscentrale van Noord-Holland. Daar had de motor dienst gedaan als generator. De inzet van het apparaat voor Lynden was precies omgekeerd; vroeger werd het als generator aan het draaien gebracht om dan stroom te leveren, nu gaf men het apparaat stroom waardoor het draaiende kracht leverde.

1919, 29 september
Er wordt met succes proefgedraaid met de elektromotor.

1921   Een prettige bijkomstigheid van de gedeeltelijke elektrificatie van de Lynden was dat de dijkbewoners tussen Lijnden en het vliegkamp Schiphol werden aangesloten op het elektriciteitsnet vanuit de transformators van het gemaal.

1924   Verlagen houten fundering en het maken van een nieuwe kroosbrug; wijziging fundering, verlenging zuigbuizen; bemetseling van twee nieuwe stoomketels.

1933   Het gemaal Cruquius wordt buiten werking gesteld omdat het overbodig bleek na technische vernieuwingen van de gemalen Leeghwater en Lynden, (elektromotor Lynden, centrifugaalpompen Leeghwater). De capaciteit van beide laatstgenoemde gemalen werd aanzienlijk vergroot. De Cruquius werd in 1935 geopend als museum van industriële geschiedenis.

1951   Het polderbestuur besluit de 57 jaar oude stoommachine te vervangen. De in 1919 geplaatste elektromotor wenst men te vervangen door dieselmotoren.

1953   De stoommachine van de Lynden wordt door de controledienst van het Stoomwezen afgekeurd. Op 30 september 1953 wordt met Werkspoor een overeenkomst gesloten voor de levering van Lugt-dieselmotoren. Ten aanzien van her brandstofgebruik was dit een goede investering: een uur malen met de stoommachine kostte f 44,25 aan brandstof en een uur dieselen slechts f 8,90.

1954  Verbetering uitstroomkanaal en start verbouwing Lynden in verband met de verwijdering van de stoommachine en de plaatsing van de Lugt-dieselmotoren.

1967/1968   De uit 1953 stammende Lugt-dieselmotoren worden in 1967 en 1968 vervangen door Brons-dieselmotoren. Werkspoor kan namelijk geen onderdelen meer leveren voor de Lugt-motoren.

1970-1975 In de zeventiger jaren staakt het gemaal Leeghwater de dagelijkse bemaling van de Haarlemmermeerpolder om te voorkomen dat de uitslag van het zoute kwelwater de waterkwaliteit van de Kagerplassen ernstig verslechtert en de recreatie daar onmogelijk maakt. Sindsdien is het gemaal Lynden het enige hoofdgemaal dat zorg draagt voor de dagelijkse bemaling van de polder. Gemaal Leeghwater springt alleen in perioden van ernstige wateroverlast bij.

1982   Het waterschapsbestuur besluit tot de bouw van een nieuwe werkplaats met kantoorruimte bij de Lynden. De oude werkplaats was bouwvallig en voldeed niet aan de eisen van de tijd. De bouw werd opgedragen aan de firma Boelé en Zoon te Haarlem voor f 236.000,00 exclusief B.T.W.

1987   Elektrificatie en automatisering van de westelijke pomp van gemaal Lynden. De elektromotor is een zogenaamde a-synchrone draaistroom-kern-sluitanker elektromotor met een vermogen van 600 kW bij 1.000 omwentelingen per minuut. De oostelijke centrifugaalpomp (anno 1967) wordt aangedreven door een Brons 2-takt dieselmotor met een vermogen van 800 pk. Bij 375 omwentelingen per minuut. Sinds het begin van de jaren negentig is met de invoering van een automatiseringsplan het waterbeheer van de Haarlemmermeerpolder nog effectiever geworden. De Lynden speelt hierbij een grote rol. Onderdeel van dit automatiseringsplan is, naast het meten en registreren van peilen en debieten (hoeveelheid aangeboden water) door middel van telemetrie-electronica, extra aandacht geven aan meldingen van peiloverschrijdingen en storingen. Dit gebeurt vanaf de verschillende bemalinginstallaties in het gebied naar een centrale alarmpost en wordt doorgegeven aan de automatische besturing van het waterbeheer om een optimale benutting te realiseren. De ernst van storingen bijvoorbeeld kan nu direct via de computer in Lynden beoordeeld worden, terwijl ook meteen wordt aangegeven hoe de problemen kunnen worden verholpen. De Lynden is met zijn tijd meegegaan!

1989   Reparatie en onderhoud schoorsteen Lynden door Vorstermans B.V. Renovatie plafond westelijke uitstroming Lynden door Integron v.o.f.

1990  Start verlichting gemaal Lynden ’s avonds en ’s nachts.

1992 Een nieuw hoofdgemaal, Bolstra geheten en aan de Aalsmeerderdijk gelegen, wordt in werking gesteld, om de waterhuishoudkundige consequenties van alle luchthavengebonden activiteiten op te vangen.

1994  Herstelwerkzaamheden aan ramen en boeidelen van de dakkoepel, en vernieuwing van het zinkwerk van de dakkoepel.

1995 Het college van hoofdingelanden van het waterschap Groot-Haarlemmermeer besluit in principe om, vanwege alle planologische ontwikkelingen in de Haarlemmermeerpolder, een nieuw hoofdgemaal nabij Vijfhuizen te bouwen.

1996 Renovatie instroommond gemaal. Aanleiding voor deze omvangrijke actie was de slechte conditie van de houten duikschotten, aangebracht rond de beide aanzuigpijpen van de pompen. De renovatie kostte circa 1.5 miljoen gulden. Een kritisch onderzoek naar de gehele instroommond van het gemaal leverde een aanzienlijke lijst met werkzaamheden op. Te beginnen bij de aanpassing en conservering van de zuigbuizen, het aanbrengen van een anti-rotatieschot, herstelling van de cavitatieschade (gaten in het pomphuis als gevolg van imploderende luchtbelletjes), vervanging houten bodemafsluiting bij de zuigmonden, het aanbrengen van een stalen damwand om droog te kunnen werken, het aanbrengen van een bodembescherming in de maalkom, het baggeren en verdiepen van de maalkom en betonreparatie van de kroosbrug. Uitvoering van de werkzaamheden geschiedde door Stork Bosman en V.B.K. De directievoering was toevertrouwd aan Heidemij Advies. De levensduur van de renovatie bedraagt 25 jaar, de levensduur van het herstellen van de cavitatieschade wordt geschat op 5 jaar.

1997  Renovatie gietijzeren deuren van de voormalige ketelruimte. Schilderen machinekamer Lynden door C.A. van Oeveren.

1998 Opdracht aan Staalkabel BV voor de levering en montage van een tweetal bovenloopkranen in het gemaal. De oude kranen dateerden uit 1893. Deze hadden een hijsvermogen van 7000 kilo en werden ruim honderd jaar geleden vervaardigd door de firma Figee in Haarlem. Volgens de nieuwe normen van de Hijs- en Hefmiddelen en de veiligheidseisen van de ARBO-wetgeving voldeden de oude kranen niet meer aan de huidige eisen. De kranen warden voornamelijk gebruikt bij het plegen van onderhoud aan de machines en de pompen. Transport en inbouw van de kranen werd verzorgd door de firma Saan. Schilderen waterloop Lynden.

1999 Besluit tot het laten uitvoeren van een onderzoek naar de toekomstige situatie van de diesel-aangedreven pomp in het gemaal. Aspecten welke in het algemeen bij dit onderzoek een rol spelen zijn veranderende hydrologische omstandigheden, een andere manier van omgaan met water, aanpassing aan normen alsmede aangepaste risicoanalyses. Verder is in de toekomst aan de orde de vervanging van de in 1997 gereviseerde tandwielkast, vervanging van de gasolietanks, reparatie van het binnenblad van de schoorsteen, plaatsing van een rookgassenfilter en tenslotte de overweging om verder te gaan met de automatisering van het gemaal.

 

2005   Het gemaal wordt buiten gebruik gesteld en mag zich inmiddels een Rijksmonument noemen.

2014  Start van de restauratie van het ketelhuis met respect voor het monumentale karakter.

2015    In maart 2015 starten Ronald en Tamara Kunis restaurant Bij Qunis in het oude gemaal De Lynden

Sinds enkele jaren is het gemaal in eigendom van BOEi, een non-profit organisatie die zich bezighoudt met herbestemmen van industrieel, religieus en agrarisch erfgoed. In 2014 is de restauratie van het ketelhuis gestart met respect voor het monumentale karakter. Wij zijn er trots op dat dit unieke deel van het gemaal is herbestemd tot restaurant Bij Qunis!

December 2018 – het gemaal wordt 170 jaar oud